Tijdens de periode van sultan Mahmut II, wilden de Osmanen zich meer westers gaan kleden. Op 15 juni 1826 werd het dragen van de turban en andere hoofdbedekking die allen, het beroep en functie van de drager aangaven verboden.
Van dit verbod waren de geestelijken uitgesloten.
Ambtenaren droegen voor het eerst de Fez, pantalons en jackets. 1828 werd de Fez, tot officiële hoofddeksel verklaard, oorspronkelijk kwam de Fez uit de toenmalige Osmaanse provincie
Tunesië. Zeelieden brachten de Fez naar de Osmaanse hoofdstad die zich eigenlijk met de kledij op het westen
oriënteerde.
De sultan bevocht de opstandige Janitsaren en wilde alles wat met de Janitsaren te maken had uitroeien. De kapitein Koca Hüsrev Pascha die dit hoorde liet daarop zijn complete manschap de Fez uit Tunis dragen. Deze nieuwigheid waardeerde de sultan zeer en sindsdien werd het oude hoofddeksel vervangen door de Fez.
In 1925 werd de moderne hoed ingevoerd en de Fez door Ataturk verboden.